top of page

​

Het literair begrippenapparaat

Lees jouw opdracht eerst grondig vooraleer je het boek begint te lezen of de film begint te kijken. 

pencil.png
pencil.png
pencil.png
pencil.png
pencil.png
pencil.png

Je vindt het nog moeilijk om met het verhaal aan de slag te gaan. Je zoekt een opdracht waarin jouw totale leeservaring en emoties centraal staan. 

Je zoekt een opdracht waarin je jouw ervaringen kan koppelen aan de inhoud van het boek en de film.

Je zoekt een opdracht waarin je je kan verdiepen in de onderdelen van het verhaal.

pencil.png

Kijkdoos of moodboard

Stel een personage van het boek voor.

Wat is dat, een kijkdoos of een moodboard? 

Een kijkdoos is een doos of een schoenendoos waarin je verschillende dingen plaatst en kleeft om een personage of een idee voor te stellen. Via een gat aan de zijkant van de doos, kan je het gemaakte knutselwerk bekijken. (Wikipedia, 2016)

Een moodboard is een kartonnen bord waarop je materialen, afbeeldingen en teksten kleeft om een bepaald gevoel, een gedachte of een idee voor te stellen. (Daretoo, 2018)

Deze opdracht gaat als volgt:

  1. Lees het boek.

  2. Kies je lievelingspersonage.

  3. Maak nu een kijkdoos of een moodboard van je personage. Zoek hiervoor typerende quotes (op het internet of in het boek), afbeeldingen, songteksten of typerende voorwerpen die het personage voorstellen.

  4. Bekijk de film.

  5. Vergelijk het personage dat jij hebt samengesteld met de manier waarop de filmmakers het personage voorstellen.

  6. Stel jouw personage voor aan je klasgenoten. Motiveer waarom je voor die bepaalde afbeeldingen, voorwerpen, quotes … gekozen hebt. Bespreek ook de verschillen tussen jouw personage en het personage uit de film.

  7. Vertel tot slot in ongeveer één minuut over jouw lees- en kijkervaring. Geef een antwoord op de volgende vragen:

    • Vond je het een goed of een slecht boek?

    • Wat vond je van de film?

    • Waarom vond je dit?

  8. Dien je moodboard of je kijkdoos in bij je leerkracht.​

​

Tijdens je mondelinge presentatie let je op de volgende zaken:

  • spreek luid genoeg (volume),

  • spreek niet te snel of te traag (tempo),

  • ontspan je: zorg voor een open lichaamshouding, maak oogcontact, gebruik handgebaren ... (non-verbale communicatie),

  • articuleer goed,

  • probeer erop te letten dat je geen dialect of tussentaal spreekt. Probeer zo goed als mogelijk Standaardnederlands te spreken.

moodboard.PNG

Duur van je mondelinge presentatie

Jouw mondelinge presentatie duurt ongeveer drie tot vijf minuten.​

Voorbeeld van de opdracht

Klik op het PDF-icoon om de uitgewerkte opdracht te bekijken voor het boek 'Een weeffout in onze sterren' van John Green en de verfilming 'The Fault in Our Stars' van Josh Boone.

pencil.png
pencil.png
pencil.png

Ruimtemaker

Bepaal waar het verhaal zich afspeelt.

Deze opdracht gaat als volgt:

  1. Lees het boek.

  2. Bekijk nu de film en ga op zoek naar een scène waar de omgeving verschillend is van hetzelfde fragment in het boek.  

  3. Vergelijk hoe de ruimte (de omgeving) in het boek wordt omschreven en hoe deze in de film wordt weergegeven. Hoe verschillend zijn de ruimtes? Gebruik het sjabloon (onderaan) met vragen om een concrete vergelijking te maken.

  4. Regisseer de omgeving van de scène opnieuw waarbij je de ruimte van het boek en de ruimte van de film combineert. Bekijk hiervoor jouw antwoorden bij de vragen in het sjabloon. Kies bij elk verschil in de ruimte het antwoord dat je het meeste aanspreekt om jouw filmscène opnieuw te regisseren.

  5. Maak nu je aangepaste ruimte na. Kies tussen het maken van een tekening, een foto, een schilderij, een ruimte met LEGO … Je mag voorwerpen veranderen, weglaten of toevoegen (bv. je kiest voor tulpen op de tafel in plaats van rozen).

Maak bij deze opdracht een overzichtelijk document (bv. Wordbestand) dat de volgende zaken bevat:  

Zorg in het algemeen voor een overzichtelijke lay-out en maak een mooi voorblad. Dit voorblad bevat een afbeelding van de cover van het boek en/of de film. Vergeet zeker niet de auteur en regisseur te vermelden.

 

Gebruik de IMS-structuur (inleiding, midden, slot):

  • Een korte inleiding waarin je een antwoord geeft op de volgende vragen:

    • Welk boek heb je gelezen?

    • Welk fragment vergelijk je?

    • Waarom heb je dit fragment gekozen?

  • Een midden waarin je het volgende schrijft en toevoegt:

    • Een alinea waarin je schrijft waarover het fragment gaat.

    • Een foto of screenshot van de scène uit de film die jij koos.

    • Een alinea waarin je de verschillen en gelijkenissen van de ruimte tussen het fragment in het boek en de scène in de film beschrijft. Gebruik de tabel met vragen als houvast.

    • Een alinea waarin je je nieuwe of aangepaste ruimte omschrijft. Voeg bij deze alinea een foto toe van je nieuwe ruimte.

  • Schrijf een kort slot van één alinea van vijf tot tien regels over jouw lees- en kijkervaring. Geef een antwoord op de volgende vragen:

    • Vond je het een goed of een slecht boek?

    • Wat vond je van de film?

    • Waarom vond je dit?

 

Let naast de structuur van jouw document ook goed op je schriftelijk taalgebruik: spelling, het vervoegen van werkwoorden, zinsbouw, leestekens ...

ruimtemaker.jpg

Lengte van jouw schriftelijk document

Jouw geschreven tekst is ongeveer één bladzijde (A4-formaat) lang.

Opmerking

Indien je een nieuwe ruimte maakte die je ook graag in het echt wilt tonen, mag je deze naast jouw schriftelijke neerslag ook indienen.

Voorbeeld van de opdracht

Klik op het PDF-icoon om de uitgewerkte opdracht te bekijken voor het boek 'Een weeffout in onze sterren' van John Green en de verfilming 'The Fault in Our Stars' van Josh Boone.

Sjabloon van de opdracht

Klik op het Worddocument om het sjabloon te downloaden.

pencil.png
pencil.png
pencil.png

Plottwist 

Maak jouw eigen einde.

Opmerking

Je kan deze opdracht enkel uitvoeren wanneer er minimum nog één iemand anders in jouw klas hetzelfde verfilmde boek en dezelfde opdracht koos.

Deze opdracht gaat als volgt:

1. Spreek met een klasgenoot of met meerdere klasgenoten vooraf af om samen hetzelfde boek te lezen. Kies zelf of je dit met één of met meerdere klasgenoten doet.  

2. Lees het boek en bekijk de film.  

3. Vergelijk samen het einde van het boek en van de film. Is dit hetzelfde of verschillend?  

4. Bedenk samen met jouw klasgenoot of de klasgenoten, die hetzelfde verfilmde boek en dezelfde opdracht koos/kozen, een nieuw einde voor het verhaal. Je kan kiezen uit één van onderstaande mogelijkheden om op basis daarvan jullie fantasie te laten werken: 

  • er gebeurt iets heel grappigs met het hoofdpersonage; 

  • er sterft iemand;  

  • er vindt een groot feest plaats! Bedenk zelf de reden hiervoor.  

5. Schrijf samen het nieuwe einde dat jullie bedachten uit als een script voor een toneelstuk. Dit biedt structuur waarop je kan terugvallen. Naast de mondelinge dialogen noteren jullie hier ook best zaken op die gebeuren tijdens de scène. Het uitgeschreven script is voor jullie zelf. Wanneer de leerkracht vraagt het script in te dienen, letten jullie op jullie schriftelijk taalgebruik: spelling, vervoegen van werkwoorden, zinsbouw, leestekens...

  

Het is noodzakelijk dat iedereen die deze opdracht koos een gelijkwaardige rol opneemt. Dat wil zeggen: iedereen is acteur, spreekt ongeveer evenveel en werkt evenveel mee aan de opdracht als zijn of haar groepsgenoten. Indien jullie nog een extra personage in jullie toneelstuk nodig hebben, is het zeker toegestaan om dit aan iemand anders te vragen die deze boekopdracht niet koos. De extra acteur hoeft geen gelijkwaardige rol te spelen.  

Maak bij deze opdracht een kwalitatief filmpje dat volgende zaken bevat: 

1. Maak een korte inleiding bij dit filmpje. Stel jullie voor en licht toe welk boek jullie kozen. Vertel hierbij ook wie de auteur van het boek is en wie de regisseur van de film is. Vervolgens tonen jullie het boek. Indien dit mogelijk is, tonen jullie ook de film, maar dat is niet noodzakelijk. Bepaal zelf wie wat zegt, maar zorg voor een gelijke verdeling. 

2. Vergelijk mondeling het einde van het boek en van de film. Bepaal zelf wie wat zegt, maar zorg voor een gelijke verdeling. 

3. Vertel elk in ongeveer één minuut over jullie lees- en kijkervaring. Geef allen individueel een antwoord op de volgende vragen:  

  • Vond je het een goed of een slecht boek?  

  • Wat vond je van de film?  

  • Waarom vond je dit? 

4. Voer het nieuwe einde dat jullie voor het verhaal bedachten op in de vorm van een toneelstuk. Denk hiervoor aan het decor en aan kostuums.  

Let er goed op dat jullie einde past binnen de drie opties (er gebeurt iets grappigs met het hoofdpersonage, er sterft iemand, er vindt een groot feest plaats). Jullie leerkracht zal zelf kunnen afleiden welke optie jullie kozen, dus dit hoef je niet te vermelden.  

​

Het filmpje moet van een goede kwaliteit zijn. Op vlak van beeld wil dit zeggen dat alles goed zichtbaar is, het beeld helder is en er geen overbelichting is (tenzij dit nodig is in het toneelstuk). Op vlak van geluid zorg je dat alles goed verstaanbaar is. Er mag geen ruis op het filmpje zitten en het filmpje mag zowel op vlak van beeld als op vlak van geluid niet opvallend haperen.  

Let in het filmpje op jullie mondeling taalgebruik. Hieronder enkele tips voor een goede spreekopdracht:

  • spreek luid genoeg (volume),

  • spreek niet te snel of te traag (tempo),

  • leef je in tijdens het opvoeren van het toneel (expressie),

  • ontspan je: zorg voor een open lichaamshouding, maak oogcontact, gebruik handgebaren ... (non-verbale communicatie),

  • articuleer goed,

  • probeer erop te letten dat je geen dialect of tussentaal spreekt. Probeer zo goed als mogelijk Standaardnederlands te spreken.

afb1.png

Duur van jullie filmpje

Jullie filmpje duurt tien tot vijftien minuten.

Voorbeeld van de opdracht

Klik op het PDF-icoon om de uitgewerkte opdracht te bekijken voor het boek 'Een weeffout in onze sterren' van John Green en de verfilming 'The Fault in Our Stars' van Josh Boone.

pencil.png
pencil.png
pencil.png

Reis door de tijd

Bepaal wanneer het verhaal zich afspeelt.

Deze opdracht gaat als volgt:

  1. Lees het boek en kies er één bepaald fragment uit.

  2. Bekijk nu de film en ga op zoek naar ditzelfde fragment.

  3. Bepaal de tijd van het fragment uit het boek en uit de film. Wanneer speelt het verhaal zich af (het verleden/het heden/de toekomst, het seizoen, het jaartal …)? Hoe heb je die tijd herkend? Noteer vijf elementen (bv. de smartphone, de sneeuw, een soldaat …) waaraan je de tijd herkent in het fragment uit het boek en uit de film. Gebruik hiervoor het sjabloon met vragen (deel 1, onderaan).

  4. Wijzig de tijd van jouw gekozen fragment uit het boek en uit de film. Bekijk hiervoor jouw antwoorden in het sjabloon. Verander één van jouw antwoorden bij de eerste richtvraag (bv. het verhaal speelt zich ‘s nachts af in plaats van ‘s morgens).

  5. Lees het hoofdstuk uit het boek en bekijk het fragment uit de film opnieuw. Wat verandert er in het boek als je de tijd wijzigt (bv. het personage mag geen vogels horen fluiten)? Waarmee moet je als filmregisseur rekening houden (bv. de acteurs moeten fluisteren)? Noteer minstens vijf wijzigingen voor het fragment uit het boek en uit de film. Gebruik hiervoor het sjabloon (deel 2, onderaan).

Maak bij deze opdracht een overzichtelijk document (bv. Wordbestand). In jouw document komen volgende zaken aan bod:

Zorg in het algemeen voor een overzichtelijke lay-out en maak een mooi voorblad. Dit voorblad bevat een afbeelding van de cover van het boek en/of de film. Vergeet zeker niet de auteur en regisseur te vermelden.

 

Gebruik de IMS-structuur (inleiding, midden, slot) in jouw geschreven tekst:​

  • Noteer in een korte inleiding welk verfilmd boek je gelezen hebt en motiveer waarom je die keuze maakte.

  • Geef duiding bij de opdracht in jouw midden:

    • Alinea één: vertel waarover het fragment gaat. Noteer hierbij de tijd van jouw gekozen deel van het verhaal. Gebruik hiervoor het sjabloon met vragen (deel 1) als houvast.

    • Alinea twee: beschrijf welk element van de tijd je verandert. Motiveer jouw keuze (bv. het verhaal wordt spannender als het zich ‘s nachts afspeelt).

    • Alinea drie: geef in het laatste deel van jouw tekst enkele instructies aan de auteur en aan de regisseur. Wat moeten ze veranderen wanneer de tijd wijzigt? Gebruik hiervoor het sjabloon (deel 2) als houvast.

  • Schrijf een korte alinea over jouw lees- en kijkervaring als slot. Geef een antwoord op de volgende vragen:

    • Vond je het een goed of een slecht boek?

    • Wat vond je van de film?

    • Waarom vond je dit?

​

​Let naast de structuur van jouw document ook goed op je schriftelijk taalgebruik: spelling, het vervoegen van werkwoorden, zinsbouw, leestekens ...

Lengte van jouw schriftelijk document

afb3.png

Jouw geschreven tekst is ongeveer één bladzijde (A4-formaat) lang.

Voorbeeld van de opdracht

Klik op het PDF-icoon om de uitgewerkte opdracht te bekijken voor het boek 'Een weeffout in onze sterren' van John Green en de verfilming 'The Fault in Our Stars' van Josh Boone.

Sjabloon van de opdracht

Klik op het Worddocument om het sjabloon te downloaden.

bottom of page